Best practice: Vrouwenwielrennen (District Noord-Holland)
Het vrouwenwielrennen zit de afgelopen jaren in de lift. Steeds meer vrouwen schaffen een racefiets aan en stappen regelmatig alleen of met een groepje de fiets op.
Toch is het voor verenigingen vaak lastig om vrouwen bij de vereniging te krijgen en ze kennis te laten maken met de wedstrijdsport. Hoe kunnen verenigingen vrouwen naar de vereniging halen en ze de kans geven zich te ontwikkelen? Anna Voorthuijsen – Woldring, coördinator vrouwen bij District Noord-Holland, licht toe op welke manier er vanuit het District Noord-Holland begonnen is met het verschillende initiatieven om het vrouwenwielrennen te promoten.
Waarom is er begonnen met een specifiek trainings- en opleidingsprogramma voor vrouwen?
Het KNWU Districtsbestuur in Noord-Holland werd zich steeds meer bewust van de behoefte aan een programma specifiek voor vrouwen. Vrouwen leken moeite te hebben de weg naar de verenigingen te vinden en verenigingen leken moeite te hebben om hun vrouwelijke leden te behouden. Ik heb in de loop van 2014 als Coördinator Vrouwen in Noord-Holland daarom het Women’s Performance Plan ontwikkeld om vrouwen van alle niveaus te ondersteunen, zodat zij zich samen stap voor stap kunnen ontwikkelen tot completere rensters. De KNWU deelt de kennis en kunde die zij in huis heeft. De verenigingen en verenigingstrainers worden nauw in de planning en uitvoering van de activiteiten betrokken. En het Districtsbestuur van Noord-Holland is aanspreekpunt en coördineert geplande activiteiten. Dit alles met als doel om het vrouwenwielrennen breder te maken en het niveau te verhogen.
Hoe het is het huidige plan tot stand gekomen?
Ik heb met vele partijen om de tafel gezeten; van rensters en hun ouders, trainers en verenigingsbestuurders tot KNWU medewerkers en talent coaches. Hun feedback heb ik gebundeld en samen met mijn eigen ervaringen als renster verwerkt in het programma zoals dat er nu ligt. Ik ben pas een jaar actief als bestuurslid, dus het plan is nog in ontwikkeling. Besloten is om bij de basis - de (her)intredende rensters en nieuweling meisjes en junior vrouwen - te beginnen en van daaruit het programma verder uit te werken. Zo zou ik in de loop van het jaar graag voor de top rensters extra activiteiten willen toevoegen. We zullen in de praktijk moeten ervaren wat wel en niet werkt en zullen vervolgens het plan bijschaven en uitwerken tot een programma dat alle niveaus bedient.
Hoe worden de deelnemers aan het programma geworven?
De districtsbesturen communiceren met licentiehoudsters via de KNWU en via de verenigingen, die uiteraard hun eigen ledenbestanden hebben. Buiten de reguliere communicatie met licentiehoudsters kunnen deelneemsters geworven worden bij (trainings)wedstrijden, scholen, plaatselijke fietsdealers en evenementen. Minstens zo belangrijk is goede online marketing. Een overzichtelijke en informatieve website, efficiënt gebruik van social media en het plaatsen van informatie op bekende vrouwenwielrennen forums zijn cruciaal voor het vergroten van de deelnemersaantallen. Maar uiteindelijk is mond op mond reclame nog steeds de beste manier om bekendheid te geven aan dit soort initiatieven voor vrouwen.
Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten voor verenigingen die ook activiteiten voor vrouwen willen gaan organiseren?
Lage drempels zijn essentieel. De wielerwereld wordt nog gedomineerd door mannen en het kan voor vrouwen erg intimiderend zijn om een clubhuis vol mannen binnen te stappen. Vrouwen willen graag ergens thuishoren. Het eerste contact met de vereniging moet makkelijk te leggen zijn en de eerste kennismaking met de vereniging moet veilig aanvoelen. Het organiseren van een laagdrempelige activiteit speciaal voor vrouwen, zoals een open dag of een voorlichtingsavond, is een ideale manier om vrouwen te laten merken dat ze welkom zijn. Vrouwen krijgen een boost in hun zelfvertrouwen als ze stap voor stap op eigen niveau progressie kunnen boeken. Daarvoor is het van belang dat er een uitgewerkt stappenplan klaar ligt en dat de rensters bijgestaan worden door kundige trainers en begeleiders. Na dat eerste extra steuntje in de rug willen de meeste vrouwen gewoon hetzelfde behandeld worden als mannen. Dat wil zeggen dat ook zij belang hebben bij voldoende faciliteiten, een goed trainings- en wedstrijdaanbod en heldere informatieverstrekking.
Hoe kunnen verenigingen zelf ‘iets met vrouwenwielrennen’ doen, ook wanneer er vanuit het district niet centraal activiteiten worden georganiseerd?
Elke vereniging kan zonder zich al te veel extra in te hoeven spannen vrouwen aantrekken. Het begint met een vermelding van een aanspreekpunt voor vrouwen binnen de vereniging op de website van die vereniging. Een open dag in het voorjaar speciaal voor vrouwen in de regio creëert een kans voor mogelijke geïnteresseerden om vrijblijvend een kijkje te nemen. Daar zou een trainingslidmaatschap voor beginners kunnen worden aangeboden tegen gereduceerd tarief. Als de vereniging vervolgens een aantal trainingen voor beginners aanbiedt en daar vervolgens enkele trainingswedstrijden voor beginners aan koppelt, dan kunnen nieuwe leden op laagdrempelige wijze kennis maken met het verenigingsleven en de wedstrijdsport en tegelijkertijd wordt het essentiële groepsgevoel gecreëerd. Mannen en vrouwen kunnen prima samen trainen, zolang de niveauverschillen niet te groot zijn en ook duidelijk gecommuniceerd wordt dat er op gelijke niveaus getraind wordt. In de opstartfase kan het zeer waardevol zijn om een samenwerking met andere verenigingen aan te gaan. Op die wijze is de groep vrouwen waarvoor een programma opgesteld kan worden groter, wat aantrekkelijker is voor nieuwe leden. Ook zorgt het ervoor dat de werklast onder de betrokken verenigingen verdeeld wordt en nieuwe samenwerkingsverbanden resulteren vaak in nieuwe ideeën.
Wat zijn de eerste resultaten van vrouwenwielrennen in Noord-Holland?
Het afgelopen jaar is een pilot jaar geweest, waarin wij allerlei verschillende activiteiten hebben ontplooid met als doel te onderzoeken waar animo voor is. De verenigingen hebben kunnen deelnemen aan brainstorm sessies en hebben enthousiast gereageerd op de mogelijkheid om ideëen in te kunnen brengen en steun vanuit de KNWU te mogen ontvangen voor activiteiten die zij voor vrouwen ontplooien. De rensters hebben kunnen deelnemen aan verschillende clinics en zij hebben dankbaar van de gelegenheid gebruik gemaakt om aan te geven hoe de KNWU hen nog beter kan ondersteunen. Met behulp van deze feedback is het Women’s Performance Plan ontstaan, dat wij in 2015 ten uitvoer zullen brengen.
Verenigingen die meer willen weten over hoe ze ook aan de slag kunnen gaan met vrouwenwielrennen, kunnen contact opnemen met Anna Voorthuijsen – Woldring. Bekijk daarnaast ook hier het Women’s Performance Plan 2014-2015.
In het kort: de tips & tricks voor de vereniging
- Houd het laagdrempelig;
- Maak een stappenplan;
- Geef elke vrouw de kans om op haar eigen niveau aan de slag te gaan;
- Zorg voor kundige begeleiding;
- Stel een aanspreekpunt aan;
- Kijk kritisch naar je lidmaatschap;
- Werk samen met andere verenigingen;
- Kijk goed waar potentiële deelneemsters zich bevinden;
- Gebruik social media in je voordeel.
Meer informatie
- Lees op de site van district Noord-Holland meer over het Women's Performance Plan;
- Bekijk ook de presentatie over vrouwenwielrennen op de Dag van de Wielersport;
- Lees op vrouwenwielrennen.nl meer over initiatieven door heel Nederland.