Trainingen

Renners leren om effectief en efficiënt kop-over-kop te rijden.

Renners leren om, ook als ze al vermoeid zijn, hun techniek netjes te houden. Dit is specifiek van belang aan het einde van wedstrijden.

In deze training leren de renners om verschillende rollen binnen een wielerteam te onderscheiden en deze te ervaren.

In deze training leren de sporters de eerste fase van de sprint te trainen en perfectioneren: de aanzet.

De renners ervaren hoe het is om veilig dicht naast elkaar te fietsen. Ze leren elkaar op een veilige manier aan te raken tijdens het rijden.

De renners leren tijdens het beklimmen van een helling te letten op hun pedaalslag en zo hun duwende en trekkende beweging te optimaliseren.

De renners leren een noodstop te maken in natte omstandigheden, zodat ook bij slecht weer ze veilig en snel tot stilstand kunnen komen.

De renners leren in een groep op een veilige manier dicht op elkaar te rijden, zowel op rechte stukken als in de bocht.

De renners trainen zowel fysieke eigenschappen als technische vaardigheden door meermaals een klim omhoog te rijden met een soepele tred.

Renners leren hun bochtentechniek te optimaliseren, om zo in de bocht voordeel te kunnen halen.